De oorsprong van de staat en de wetsteorieën die voor iedereen passen

De staat is echter, zoals de wet, een fenomeen zonder dat het bestaan van mensen vandaag ondenkbaar is. Daarom hebben wetenschappers pogingen gedaan om hun vorming te bepalen, die al in de periode voor ons tijdperk begon . Daarom is er een hele reeks theorieën om de oorsprong van de staat en de wet uit te leggen uitgewerkt.

De eerste theorie is goddelijk, het is ook theologisch. Volgens haar zijn de redenen en voorwaarden voor de opkomst van de staat en de wet door de hogere geest gelegd. Of voortvloeien uit het feit dat de oprichter van deze theorie Thomas Aquinas was, de wil van de Heer God. Er werd aangenomen dat de staat de hoogste vorm van organisatie van het volk is, en de verbanden die door God worden overgelegd, moeten de vorm van de wet hebben. Tegelijkertijd moet de staat geregeld worden door een enkele persoon - de monarch, die in wezen 'de gouverneur van God op aarde' is. Deze theorie weerspiegelde perfect de realiteiten van de middeleeuwen. Het is opmerkelijk dat er in de moderne wereld staten zijn die op deze basis zijn gebouwd. Tegelijkertijd weerspiegelen zij niet alleen het christelijk geloof.

De tweede theorie is patriarchaal. De oorsprong van de staat en de wet is daarbij gebaseerd op het postulaat van de heiligheid van de familie. Dus de voorvader van de staat is de familie die in de loop van zijn ontwikkeling is gegroeid tot de grootte van het land. En de bron van de wet volgens deze theorie is de wil van de vader van de familie (de patriarch). In principe, tot en met de twintigste eeuw, hadden dergelijke opvattingen het recht om te zijn en zelfs meer, versterkt door het feit van het bestaan van absolute monarchieën. De geschiedenis van de staat en de wet van Rusland bevestigt deze theorie gedeeltelijk.

De derde theorie, het is de theorie van geweld. Volgens haar zijn de redenen en voorwaarden voor de opkomst van de staat in het principe van overleving van de sterkste. Auteurs, waaronder K. Kautsky en E. Tijdens, beweerde dat in de ontwikkeling van de menselijke samenleving altijd de noodzaak tot inzending en leiding van de sterkste over de zwakke bestaan. Daarom is het apparaat van 'gelegaliseerd geweld' gecreëerd en de normen die de acties van de sterke verzekeren, die vervolgens de status van rechten hebben verkregen.

De vierde theorie is patrimonieel. Het is gebaseerd op het feit dat de oorsprong van de staat en de wet is gebaseerd op de eigendom van grondpercelen. Zo is de vorming van de staat als een juridisch verschijnsel het gevolg van het feit dat ongeveer één individu het grootste deel van het land dat geschikt was voor teelt was geconcentreerd. De rest werden gedwongen om deze gebieden te huren op de voorwaarden die de grondeigenaar voorstelde. Het was deze voorwaarden die in de toekomst de status van de wet kregen.

De theorie is de vijfde, het is ook onderhandelbaar. De oorsprong van de staat en de wet was gebaseerd op een sociaal contract. JJ Rousseau, Hugo Grotius en vele andere Verlichtingsfiguren gaf de wereld het idee dat de staat zich voordoet omdat mensen op een gegeven moment ingestemd zijn zich te verenigen in een speciale organisatie en hun rechten over te dragen om een bepaalde groep van de meest prominente personen te beheren. Als gevolg daarvan heeft de laatste aanvaardbare normen ontwikkeld voor de meeste gedragingen, die een recht hadden.

De zesde theorie is psychologisch. Spencer, Trubetskoi, Petrazhitsky en Freud wees erop dat de staat alleen gevormd kon worden op voorwaarde dat sommigen willen regeren, terwijl anderen (in veel grotere getallen) gehoorzamen. Zij hebben dit uitgelegd door het feit dat het karakter van een persoon is geregeld door het eerste principe of door het tweede principe. Daarom is het nodig om een structuur te creëren die rekening houdt met de bovenstaande trends.

De theorie van de zevende is materialistisch. Uitgevoerd door Marx en Engels, legde ze uit dat de staat uit het getransformeerde primitieve communale systeem kwam, en het recht - van voorrechten en taboes. De impuls voor dergelijke veranderingen was sociaal-economische factoren.

Men kan niet zeggen dat een van de theorieën de enige ware is. De geschiedenis van de staat en de wet van Rusland bewijst dit postulaat meerdere malen. Immers, in-diepte studie biedt de mogelijkheid om beide elementen van de materialistische en postulaten van de theorie van geweld te bevestigen, en patriarchale en patrimoniale argumenten. Wat nogmaals bewijst dat het probleem van de vorming van de staat en de wet nog moet worden uitgewerkt.